Er waren een hele boel verschillende rangen op een schip van de VOC. Zo had je bijvoorbeeld ook een kok. Die moest zorgen dat er altijd eten op tafel stond voor alle werknemers. De kok had ook een koksmaatje. Dit was hulpje van de kok. 

Ook had je boekhouders. Die moesten altijd precies bijhouden wat er gebeurde op een reis. Als er mensen bijvoorbeeld overleden moest hij dit noteren. 


Er waren natuurlijk ook een hele boel mensen die er voor zorgde dat het schip niet kapot ging. Het schip werd onderhouden door de timmerman, de zeilen werden onderhouden door Opperzeilman. Deze twee mensen hadden ook weer een hulpje. 

 

Aan boord van het schip waren er ook soldaten te vinden. De afbeelding links laat zien hoe de soldaten er in die tijd uitzagen. 
Als laatste rang had je ook passagiers. Dit waren de hoge VOC- ambtenaren. Zij hadden geen taak en gingen vaak met hun gezin aan boord omdat zij in Azië gingen werken. 

Je had verschillende mensen die werkten op de schepen van de VOC. Er waren zogenoemd verschillende 'rangen'. 

Als je in de hoogste rang zat dan was je een opperkoopman Als opperkoopman was je verantwoordelijk voor de lading en de handel. Onder de opperkoopman had je de onderkoopman, schrijvers en schippers en kapiteinen. Dit waren de assistenten van de opperkoopman. De opperkoopman was de hoogste positie maar de schipper had aan boord veel meer  te vertellen. Hij gaf iedereen de opdrachten en instructies. De schipper had verschillende assitenten. Zij waren de stuurlieden, kooplieden en boekhouders. Bij afwezigheid van de schipper was er de opperstuurman. Hij nam dan de taak over van de schipper. Je had ook de derde wraak. Dit is een gekke naam maat dit was verantwoordelijke voor de navigatie. 

De afbeelding links laat zien hoe de opper koopmannen eruit zagen.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb